
Spelen met scherptediepte
Tijdens een zomervakantie brachten we een bezoek aan de Zeehondencrèche in Pieterburen. Een prachtige plek waar zieke of verweesde zeehonden worden opgevangen en verzorgd. Zoals je je kunt voorstellen, wordt er daar flink wat vis uitgedeeld om de zeehonden te voeren. En waar vis is... zijn meeuwen niet ver weg. Deze slimme vogels stonden letterlijk op wacht rond het terrein, klaar om elke kans op een gratis visje met beide vleugels aan te grijpen.
Op de foto die ik daar maakte, zie je twee meeuwen in beeld. Wat meteen opvalt, is het verschil in scherpte tussen de twee. De voorste meeuw is haarscherp vastgelegd, je ziet elk veertje bijna afzonderlijk. De tweede meeuw, die slechts een metertje verderop staat, is een stuk vager: nog wel herkenbaar als meeuw, maar de details zijn verdwenen in een mooie onscherpte. Dit is een prachtig voorbeeld van het effect van scherptediepte.
Scherptediepte – de afstand binnen een foto waarin alles scherp is – kun je bewust inzetten om je onderwerp echt te laten opvallen. In dit geval zorgt de onscherpe achtergrond ervoor dat de aandacht volledig naar de voorste meeuw gaat. Zo geef je je foto niet alleen rust, maar ook veel meer impact.
Hoe kun je zelf spelen met scherptediepte? Daar leer ik je alles over in mijn fotografiecursus Basiskennis. Neem gerust eens een kijkje op de cursuspagina! Ik kan je alvast een tipje van de sluier geven:
- Het diafragma (de grootte van de lensopening) is hierbij ontzettend belangrijk. Een groot diafragma (klein f-getal, zoals f/2.8) zorgt voor een kleine scherptediepte en dus een vage achtergrond.
- Ook de focale lengte (hoe ver je bent ingezoomd) speelt een rol: een langere lens (zoals 200 mm) maakt het effect sterker.
- Daarnaast maken de afstanden tussen jou, je onderwerp en de achtergrond een groot verschil. Hoe dichter jij op je onderwerp zit en hoe verder de achtergrond weg is, hoe groter het verschil in scherpte zal zijn.
Kortom: als je weet hoe je deze factoren slim kunt gebruiken, maak je foto's die echt de aandacht trekken. En dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn – met wat praktische uitleg en een beetje oefenen krijg jij het ook onder de knie.