Witbalans Begrijpen

Hoe vaak ik het zelf al niet heb gehad en hoe vaak ik het op mijn workshops tegen kom: mensen willen eigenlijk niet lezen over saaie technische details, ook al gaat het dan over fotografie. 

Zeg nou zelf: lees jij eerst grondig de handleiding voor je iets gaat gebruiken? Ik beken meteen schuld, daar ben ik niet zo’n ster in. En dat wreekt zich soms echt wel... 

En ja, soms is het echt nodig dat je vooraf kennis tot je neemt. Anders ben je eigenlijk dingen aan het doen waarvan je geen flauw benul hebt. Je doet maar wat met de knoppen en instellingen. En dat is niet de bedoeling. Het concept begrijpen en daarmee heerlijk foto’s maken, dat is wat je wilt! Het lezen van een (saai)artikel hierover is dan toch echt een noodzakelijk kwaad. ;-) 

Nu zal ik eens iets heel saais roepen: witbalans! Maar ik beloof je, wanneer je dit concept begrijpt en het in de praktijk kunt toepassen bij het fotograferen, dan zul je er geen spijt van hebben dat je even door moest bijten om onderstaande te lezen. 

Hieronder zie je een voorbeeld van foto met de verkeerde (links) en de juiste(rechts) witbalans: 

 

Zoals je ziet kunnen foto’s die eerder saai en plaat toonden behoorlijk profiteren van een andere witbalansinstelling. Dus... nu ik je aandacht heb, laten we eens wat dieper duiken in de wondere wereld van witbalans. 

Mocht je in het verleden nog analoog gefotografeerd hebben, dan ken je misschien wel het gebruik van filters. Sommige filters werden toegepast om de kleuren te verbeteren, of juist de witbalans. Het hele idee achter witbalans is het reproduceren van de kleuren zoals het onderwerp die in werkelijkheid ook heeft. 

Heb je weleens gemerkt dat je foto’s die binnen gemaakt waren een oranje kleur hadden? Terwijl het er voor ons oog op dat moment neutraal gekleurd uitzag. Maar ons oog, of beter onze hersenen, neutraliseren de werkelijke kleur naar wat wij ‘normaal’ vinden. Een camera kan dat niet. Die registreert een kleurtemperatuur. En de meeste lampen die in huis gebruikt worden geven een geel-oranje kleur. Dit is meestal de reden van een compactcamera een ‘indoor-setting’ heeft. Daarmee wordt automatisch de kleurtemperatuur gecompenseerd. Wat in feite niets anders is dan het aanpassen van de witbalans. 

Nu is kleurtemperatuur een heel hoofdstuk op zich, maar onthou dat het kan variëren van zeer koel licht in de blauwe lucht tot zeer warm van een kaars. Onze ogen compenseren dat vanzelf, de camera heeft wat bijsturing nodig. Soms moet er wat warmte toegevoegd worden, soms wat kou. En dat gebeurt via de witbalansinstellingen. 


Elke spiegelreflexcamera is uitgerust met voorinstellingen voor de witbalans. Misschien moet je even in de handleiding kijken hoe je de witbalansinstellingen kunt aanpassen. Hieronder staan een aantal van deze witbalansinstellingen: 

Auto - Prima als je niet weet wat je met deze instellingen aan moet. Of wanneer je in RAW fotografeert en dit bewust zo laat om het later naar behoefte aan te passen. 

Daglicht - Deze instelling kan het best aardig doen overdag, maar niet perfect. Toch is deze stand goed om overdag te gebruiken. Velen geven echter de voorkeur aan de automatische stand, omdat gemakkelijk vergeten wordt om de witbalans weer terug te zetten als je weer terug naar binnen gaat. 

Schaduw - De Schaduw-stand maakt de foto's een beetje koel in de schaduw, daarom kunt je dan beter deze instelling gebruiken. 

Bewolkt - Zelfde verhaal als bij Schaduw, spreekt voor zich wanneer je dit kunt gebruiken. 

Kunstlicht - Deze voorinstelling kan gebruikt worden bij (gloei)lamplicht die je binnenshuis vaak tegenkomt. De Auto-stand zal hier met te warme, bijna oranje foto's komen. 

Fluorescerend - Deze voorinstelling is bedoeld om te gebruiken bij TL-licht wat je tegenkomt in kantoren en ziekenhuizen bijvoorbeeld. 

Flits - Deze voorstelling compenseert het ietwat koele licht wat uit de flitser komt. 

Custom - Deze instelling kun je gebruiken wanneer je zelf de juiste witbalans of kleurtemperatuur bepaalt met behulp van een wit vlak. 

Vergeet niet om de witbalans weer terug te zetten naar de juiste instelling voor de omgeving waar je op dat moment bent. Bijvoorbeeld als je binnen hebt gefotografeerd en dan buiten verdergaat, moet je de witbalans veranderen naar Daglicht of Bewolkt. 

Natuurlijk kun je dit ook in je voordeel gebruiken. Neem maar eens de Kunstlicht instelling en ga dan buiten fotograferen. Alles zal dan blauwer worden. Aan de andere kant: gebruik bij een zonsondergang maar eens de Schaduwinstelling, dan zal het geheel juist die mooie warme tint krijgen die je bij zo’n moment wil zien.

Nikon D500 + Nikkor 24-70mm f/2.8 - ISO 400 | 44mm | f/5.6 | 1/50s