Beginnen met Macrofotografie

Macrofotografie is het groot vastleggen van een klein object. Ofwel: een onderwerp groter in beeld brengen dan het in werkelijkheid is. Of even groot. Anders praten we over Close-up fotografie. Het ligt dicht tegen elkaar aan, maar het onderscheid wordt gelegd bij de 1:1 vergroting. Macrofotografie is een dankbare tak van sport binnen de fotografie. Het is leuk om te doen, onderwerpen zoals bloemen en insecten zijn er in overvloed, je bent meestal buiten in de natuur bezig en je hebt niet perse dure middelen als een speciale lens nodig. Maar het laatste helpt wel enorm.

Met elke camera kun je macrofotografie doen. Van telefoon met macrolensje, via compactcamera met macrostand tot spiegelreflexcamera met macrolens, het is allemaal mogelijk. Zoals je misschien weet doet Hetty (aka mw Moorfotografie) heel veel macrofotografie met haar iPhone voorzien van een macro- of zelfs microlens. En dat gaat verdraaid goed. Moet ik bekennen… Voordeel van een telefoon is dat je er mee op plekken komt waar het voor een spiegelreflexcamera te klein is. Daarnaast lijkt het alsof insecten zich minder snel laten afschrikken door een telefoon dan door een grote camera met lens.

Macrofotografie met de spiegelreflexcamera

Bezit je al een DSLR dan liggen er verschillende opties voor je open. De duurste (en beste) is een echte macrolens. Het specifieke kenmerk van deze lenzen is dat ze in staat zijn om heel dicht op het onderwerp nog te kunnen scherpstellen. En je weet, hoe dichter op het onderwerp, hoe groter het in beeld komt… Elk merk heeft wel een macrolens in het assortiment. De meest gangbare maat is rond de 100mm, maar je hebt ze ook van bijvoorbeeld 60mm tot 150mm, 180mm en zelfs 200mm.

Omkeerring

Een andere optie is het omkeren van een (groothoek)lens met behulp van een omkeerring. Ik heb in het verleden hier al eens over geschreven en er een video bij gemaakt.

Tussenringen

Heb je geen macrolens, dan zijn er gelukkig nog andere opties. Bijvoorbeeld tussenringen. Die plaats je tussen de camera en de lens. Hierdoor is de camera in staat om op kortere afstand dan normaal nog te kunnen scherpstellen. Tussenringen worden verkocht in sets van 3 verschillende maten. Meestal zijn ze elektronisch waardoor de communicatie tussen camera en lens niet verstoord wordt. Let daar op!

Werken met een statief

Een statief is een handig accessoire bij macrofotografie. Maar je moet er ook weer niet al te krampachtig mee om gaan. Vaak wordt gezegd en geschreven dat macrofotografie per definitie met een statief moet. Dat vind ik onzin. Dat werkt alleen zo wanneer je een onderwerp hebt wat niet weg kan. Een bloem bijvoorbeeld. Of insecten in de vroege ochtend, als het nog koud is. Maar in alle andere gevallen: lekker uit de hand fotograferen. Werken met een statief geeft je wel absoluut meer rust, stabiele beelden en je hebt de mogelijkheid om via live view scherp te stellen. Dat is ook wat waard. In dergelijke gevallen is een afstandsbediening ook veel waard. Je hoeft dan de camera niet meer aan te raken. Let op dat er voor een telefoon vaak ook een afstandsbediening is. Zo kun je een iPhone bedienen met de volume+ knop van de ‘oortjes’. Als laatste optie is er nog de mogelijkheid om voorzetlenzen te gebruiken. Die kun je voor op je normale lens schroeven en werken eigenlijk als een soort vergrootglas. Er is veel verkrijgbaar op dat gebied, ik kan je de Raynox DCR-250 en de Marumi DHG Macro Achromat 200 +5 aanbevelen.

Macrofotografie in de praktijk

  • Macrofotografietip #1: DOEN. Doen en nog eens doen. Het klinkt als een open deur, maar het is echt zo. Niets kan de echter praktijkervaring vervangen. Dus pak je camera en duik het veld in!

  • Macrofotografietip #2: Varieer het diafragma. Gebruik een dicht diafragma (bijv. f/16) om zoveel mogelijk scherptediepte te krijgen. Gebruik een open diafragma om sfeer in de foto te leggen, zeker bij tegenlicht. Let wel op de scherptediepte, want die is dan minimaal.

  • Macrofotografietip #3: Macrofotografie betekent per definitie een zeer kleine scherptediepte. De achtergrond is vrijwel direct onscherp. Dat werkt in je voordeel, maar let er wel op dat je de scherpte op de juiste plek legt.

  • Macrofotografietip #4: Bij macrofotografie, zeker in de natuur, gaat het om het onderwerp. Bij insecten zijn de ogen van belang, bij bloemen het hart. Om bewegingsonscherpte te voorkomen kan het zinvol zijn om je onderwerp te fixeren met bijvoorbeeld een plamp. Gebruik een zo kort mogelijke sluitertijd. Speel met de ISO om een korte sluitertijd te verkrijgen.

  • Macrofotografietip #5: Macrofotografie in het veld werkt perfect op een bewolkte dag. Het licht is dan gelijk en flatteus voor het onderwerp. Fotografeer je binnen of is het licht niet optimaal, dan kan een reportageflitser een handig accessoire zijn. Dus niet de interne flitser! Met een reportageflitser kun je net een kleine beetje licht toevoegen, wat ook nog eens van een andere hoek op het onderwerp terecht komt.

  • Macrofotografietip #6: Vertrouw niet blindelings op de autofocus. Vaak wordt handmatig scherpstellen als ultieme methode aangeprezen. De waarheid ligt een beetje in het midden. Probeer beide manieren uit. Vaak ligt het een je beter dan het ander. En de bruikbaarheid wisselt ook per onderwerp en situatie.
Een handige manier om meer te leren over macrofotografie is lid worden van onze Fotografie Praktijkschool met daarin o.a. een cursus macrofotografie. Kort en bondig, helder en duidelijk. En natuurlijk met feedback op je foto's!