Beginnen met Macrofotografie
Macrofotografie is het groot vastleggen van een klein object. Ofwel: een onderwerp groter in beeld brengen dan het in werkelijkheid is. Of even groot. Anders praten we over Close-up fotografie. Het ligt dicht tegen elkaar aan, maar het onderscheid wordt gelegd bij de 1:1 vergroting. Macrofotografie is een dankbare tak van sport binnen de fotografie. Het is leuk om te doen, onderwerpen zoals bloemen en insecten zijn er in overvloed, je bent meestal buiten in de natuur bezig en je hebt niet perse dure middelen als een speciale lens nodig. Maar het laatste helpt wel enorm.
Macrofotografie met de spiegelreflexcamera
Bezit je al een DSLR dan liggen er verschillende opties voor je open. De duurste (en beste) is een echte macrolens. Het specifieke kenmerk van deze lenzen is dat ze in staat zijn om heel dicht op het onderwerp nog te kunnen scherpstellen. En je weet, hoe dichter op het onderwerp, hoe groter het in beeld komt… Elk merk heeft wel een macrolens in het assortiment. De meest gangbare maat is rond de 100mm, maar je hebt ze ook van bijvoorbeeld 60mm tot 150mm, 180mm en zelfs 200mm.Omkeerring
Een andere optie is het omkeren van een (groothoek)lens met behulp van een omkeerring. Ik heb in het verleden hier al eens over geschreven en er een video bij gemaakt.Tussenringen
Heb je geen macrolens, dan zijn er gelukkig nog andere opties. Bijvoorbeeld tussenringen. Die plaats je tussen de camera en de lens. Hierdoor is de camera in staat om op kortere afstand dan normaal nog te kunnen scherpstellen. Tussenringen worden verkocht in sets van 3 verschillende maten. Meestal zijn ze elektronisch waardoor de communicatie tussen camera en lens niet verstoord wordt. Let daar op!Werken met een statief
Macrofotografie in de praktijk
- Macrofotografietip #1: DOEN. Doen en nog eens doen. Het klinkt als een open deur, maar het is echt zo. Niets kan de echter praktijkervaring vervangen. Dus pak je camera en duik het veld in!
- Macrofotografietip #2: Varieer het diafragma. Gebruik een dicht diafragma (bijv. f/16) om zoveel mogelijk scherptediepte te krijgen. Gebruik een open diafragma om sfeer in de foto te leggen, zeker bij tegenlicht. Let wel op de scherptediepte, want die is dan minimaal.
- Macrofotografietip #3: Macrofotografie betekent per definitie een zeer kleine scherptediepte. De achtergrond is vrijwel direct onscherp. Dat werkt in je voordeel, maar let er wel op dat je de scherpte op de juiste plek legt.
- Macrofotografietip #4: Bij macrofotografie, zeker in de natuur, gaat het om het onderwerp. Bij insecten zijn de ogen van belang, bij bloemen het hart. Om bewegingsonscherpte te voorkomen kan het zinvol zijn om je onderwerp te fixeren met bijvoorbeeld een plamp. Gebruik een zo kort mogelijke sluitertijd. Speel met de ISO om een korte sluitertijd te verkrijgen.
- Macrofotografietip #5: Macrofotografie in het veld werkt perfect op een bewolkte dag. Het licht is dan gelijk en flatteus voor het onderwerp. Fotografeer je binnen of is het licht niet optimaal, dan kan een reportageflitser een handig accessoire zijn. Dus niet de interne flitser! Met een reportageflitser kun je net een kleine beetje licht toevoegen, wat ook nog eens van een andere hoek op het onderwerp terecht komt.
- Macrofotografietip #6: Vertrouw niet blindelings op de autofocus. Vaak wordt handmatig scherpstellen als ultieme methode aangeprezen. De waarheid ligt een beetje in het midden. Probeer beide manieren uit. Vaak ligt het een je beter dan het ander. En de bruikbaarheid wisselt ook per onderwerp en situatie.