Wat is Macrofotografie
De vraag 'wat is macrofotografie' is er eentje die me vaak gesteld wordt. De term macro wordt niet direct gelinkt aan de kleine wereld die je wilt vastleggen. Ook onder veel fotografen is macrofotografie nog onbekend terrein. En dat is helemaal niet erg. Je moet ergens beginnen met macrofotografie. En dat kan hier. In dit artikel neem ik je mee in de bijzondere wereld van macrofotografie.
Inhoud
Tips voor succesvolle macrofotografie Het materiaal telt Leef jezelf in in je onderwerp Geduld, geduld, geduld Licht het op Effectief diafragma Scherptediepte Belichting Perfecte focus Een vaste hand of toch een statief Extreme macro Leren kijken .Tips voor succesvolle Macrofotografie
Macrofotografie wordt vaak geschaard onder de noemer ‘close-up fotografie’. En hoewel je er waarschijnlijk wel van uit kunt gaan dat niemand van je medefotografen je zal veroordelen om deze term, toch is macrofotografie wel degelijk iets anders. De officiële definitie van macrofotografie is een foto maken zodanig dat het onderwerp op werkelijke grootte of nog groter op de sensor wordt vastgelegd. Dit wordt ook wel de 1:1 ratio genoemd.Het materiaal telt
Korte Macrolens (30mm-50mm)
Korte macrolenzen zijn in het algemeen licht van gewicht en klein van formaat. En dat is een voordeel als het gaat om gemak en het meeslepen van je fotografiespullen. Aan de andere kant word je daarmee wel geconfronteerd met een korte werkafstand. Reken op ongeveer 15-16cm. En dat betekent dat het extreem moeilijk, zo niet onmogelijk is om insecten en dergelijke diertjes, die bang worden van jou en je camera te fotograferen. Daarnaast vereist een korte macrolens dat je fysiek dicht bij het onderwerp moet zijn, waardoor je zeer waarschijnlijk de aanwezige lichtbron blokkeert.Standaard Macrolens (60mm-105mm)
Wellicht de meest voorkomende brandpuntsafstand bij macrolenzen. Dit geeft je meer ‘ademruimte’ wanneer het aankomt op de werkafstand, die gewoonlijk tussen de 22-31cm ligt. Een dergelijke macrolens is economisch en functioneel gezien handiger, omdat veel fotografen deze macrolenzen ook vaak inzetten als portretlens. En daarmee vang je twee disciplines met één lens.Tele-Macrolens (150mm-200mm)
Deze macrolenzen zijn groter, zwaarder en beduidend duurder dan de kortere versies. Maar ze geven je daarentegen een zeer comfortabele en veelzijdige werkafstand, tot wel 60cm.Close-up lens
Een close-up lens is een voorzetlens. Die plaats je, net als bijvoorbeeld een UV-filter, voor op je lens. Een close-up lens werkt als een vergrootglas en heeft daarmee een zelfde soort effect als een macrolens. De werkafstand blijft echter wel op een redelijk niveau. Hoewel een close-up lens stukken voordeliger en goedkoper is dan een macrolens heeft het wel een keerzijde. Het grootste nadeel is wel dat er extra glas geplaats wordt tussen de camera en het onderwerp. En extra glas betekent extra vervorming en vermindering van kwaliteit.Tussenringen
Een tussenring is een holle cilinder, gemaakt van metaal of plastic die tussen de camera en de lens geplaatst wordt. De extra afstand die zo gemaakt wordt tussen camera en lens zorgt er voor dat de lens nog dichterbij het onderwerp kan komen en tegelijkertijd toch nog kan scherpstellen. Hierdoor komt het onderwerp nog groter op de sensor terecht. Met een tussenring wordt geen extra glas tussen de camera en de lens geplaatst, hierdoor heeft het geen effect op de beeldkwaliteit. Hoewel je de lens op een manier gebruikt waarvoor deze eigenlijk niet is bedoeld. Nadeel van de tussenring is dat het licht een grotere afstand moet afleggen, waardoor er sprake is van enig lichtverlies. Iets om rekening mee te houden.Omgekeerde-lens macro
Deze techniek houdt in dat je een primelens (vast brandpunt) of een standaard kitlens op je camera plaatst… maar dan omgekeerd. Bij normaal gebruik projecteert de lens het licht zodanig dat het precies op de sensor valt. Door de lens omgekeerd te monteren draai je dit proces om en wordt het beeld juist vergroot. Het grote nadeel van deze techniek is dat de scherptediepte enorm klein is, dat er geen elektronisch contact is tussen lens en camera, waardoor alle info ontbreekt. Dus geen diafragma, geen lichtmeting, etc. Daarnaast moet je wel een lens hebben met een diafragmaring en dat hebben de meeste moderne lenzen niet meer. Echter is op de tweedehandsmarkt nog genoeg te vinden. Het grote voordeel van deze methode is dat de vergrotingsfactor enorm is. Een facto van 2:1 tot 34:1 ligt gewoon binnen bereik.Leef jezelf in in je onderwerp
Geduld, geduld, geduld
En daarmee bedoel ik geduld met je onderwerp en geduld met jezelf. Wanneer je een insect fotografeert, heeft het weinig zin om het insect te volgen. Te stalken. In plaats van hopeloos achter die beweeglijke libel aan te lopen is het beter om jezelf te positioneren in een gebied waar de libel geregeld vliegt. En dan wachten… Blijft waakzaam, want de gelegenheid dient zich vanzelf aan. Maar wat als die gelegenheid er eindelijk is en je verknalt het? Nou ja, dat gebeurt. Bij iedereen. En dat is waar geduld een rol speelt. Neem van mij maar aan dat je heel veel mislukte foto’s gaat maken. Verkeerd belicht, niet scherp genoeg, net uit het beeld, etc. Maar op het moment dat je dat ene perfecte shot maakt voel je een golf van voldoening. En daar is het om te doen.Licht het op
Effectief diafragma
Aangenomen dat je het concept van het diafragma bij ‘normale’ fotografie beheerst moet ik je helaas vertellen dat het bij macrofotografie net even anders werkt. En misschien heb je dat zelf al weleens gemerkt, zonder dat je daar de achtergrond bij wist. Normaal gesproken is de diafragmawaarde die de camera laat zien een functie van de lens ingesteld op oneindige focus. Maar wanneer je dichter en dicht op je onderwerp nadert, wordt niet alleen de vergrotingsfactor hoger, maar wordt ook het diafragma steeds kleiner. En daardoor komt er minder licht binnen en wordt het beeld wat donkerder. En dus heb je bij macrofotografie te maken met wat ook wel genoemd wordt het ‘effectieve diafragma’. Op een vergroting van 1:1 verlies je ongeveer 2 stops licht. Dat betekent dat het effectieve diafragma 2 stops kleiner is dan wat je camera je laat zien. Stel dat je een diafragma van f/2.8 hebt ingesteld, dan zal het effectieve diafragma f/5.6 zijn. Om de werkelijke afwijking te bepalen zijn er allerlei ingewikkelde formules. Daar ga ik je nu niet mee vermoeien. Is succesvolle macrofotografie afhankelijk van dit soort berekeningen? Gelukkig niet. Het is voldoende om dit fenomeen te onthouden, zodat je begrijpt waarom je beeld anders is dan je verwacht. Onthou dit: fotografeer je op een factor van 1:1, dan is het werkelijke, effectieve diafragma zo’n 2 stops kleiner dan wat de camera aangeeft. Tenzij je een Nikon gebruikt, die laat het wel meteen het effectieve diafragma zien.Scherptediepte
Om met de deur in huis te vallen: er is vrijwel geen sprake van scherptediepte bij macrofotografie. Sommigen zullen zeggen dat er geen scherptediepte is, anderen beweren millimeters. Het maakt ook niet uit wie het hier goed of fout heeft. Want het feit is dat je altijd de grootste moeite moet doen om jezelf en/of je onderwerp zodanig te plaatsen dat alles, of in elk geval de gewenste delen, in het focusvlak ligt. Om je onderwerp zoveel mogelijk scherp in beeld te krijgen ben je genoodzaakt om het diafragma ver dicht te zetten. Een klein diafragma dus. Bijvoorbeeld f/16 tot f/32. Maar… elke lens heeft last van diffractie. Dat betekent dat de scherptediepte wel groter wordt, maar dat de totale scherpte afneemt. Met als resultaat softe beelden. Diffractie treedt op bij de kleinere diafragma’s, meestal vanaf f/16, al verschilt dat echt per lens. Om je onderwerp totaal scherp in beeld te krijgen is het diafragma kleiner maken daarom niet de beste oplossing. Beter is het om je toevlucht te nemen tot een techniek als focusstacking. Hierbij worden meerdere foto’s gemaakt waarbij de focus steeds op een andere plaats ligt. Achteraf worden deze beelden met behulp van software (Photoshop, Helicon Focus, Zerene Stacker) gecombineerd tot één scherp beeld. Deze techniek vergt wel het een en ander qua stabiliteit van je camera.Belichting
Het uitgangspunt hierbij is dat je vooraf bepaalt wat je wilt qua scherptediepte. Het is niet altijd nodig om met een klein diafragma (bijv. f/16) te werken. Een wijd open diafragma (bijv. f/2.8) gecombineerd met wat van de omgeving geeft enorm veel sfeer. Bepaal vooraf wat je wilt. Werken in de Diafragmavoorkeuzestand (A of Av) heeft dan mijn voorkeur. De lichtmeter doet zijn werk wel en regelt de sluitertijd. Soms is het zinvol om gebruik te maken van spotmeting, als je insecten fotografeert die donker zijn in een lichte omgeving bijvoorbeeld. De ISO altijd zo laag mogelijk, maar let er wel op dat de sluitertijden niet te laag worden. Overdag kan rustig 100 of 200 gebruikt worden, maar is het bewolkt of nog vroeg in de ochtend dan is een hogere ISO een uitkomst. Heb je nog geen licht genoeg, dan is de reportageflitser een goed hulpmiddel. Laat die in TTL-mode werken, eventueel nog wat terugschroeven in sterkte. Hou absoluut het histogram in de gaten om je belichting te checken.Perfecte Focus
Een vaste hand of het statief
Extreme Macro
Heb je eenmaal de slag van macrofotografie te pakken en heb je de basisprincipes goed onder de knie, dan is er de mogelijkheid om je horizon wat te verbreden. En dat kan bij macrofotografie door –hoe anders- nòg groter te fotograferen. Dus in plaats van 1:1 ga je naar 2:1 of nog verder… De eenvoudigste en gemakkelijkste manier om dat te bereiken is het plaatsen van tussenringen tussen de camera en de macrolens. Er zijn echter nog twee andere mogelijkheden.Teleconverter
Een teleconverter is in de basis niks anders dan een vergrootglas wat tussen de camera en de lens geplaatst wordt. En dat werkt door het vergroten van de brandpuntsafstand. Stel dat je een 2x teleconverter gebruikt, dan wordt de brandpuntsafstand verdubbeld. Daarnaast verlies je ook 2 stops licht en verliezen je foto’s wat aan scherpte. Wil je een teleconverter gebruiken dan werkt dat het beste bij een lichtsterke lens (f/2.8 of meer). Daarnaast is een 1.4 converter vaak een betere keuze, zowel qua lichtverlies als kwaliteitsvermindering.Speciale macrolens
De Canon MP-E 65mm f/2.8 is een macrolens die een vergroting tot maar liefst 5:1 mogelijk maakt. Zoals je mag verwachten is deze lens geen allemansvriend. Je moet er echt mee leren werken. Je hebt te maken met een zeer korte werkafstand, nog minder (!) scherptediepte, lichtverlies en geen autofocus. Kort gezegd: deze lens is moeilijk om mee te werken en daarom niet voor iedereen geschikt. Helaas is er voor alle andere merken geen equivalent beschikbaar.Leer te kijken
Onderwerpen voor macrofotografie zijn geenszins beperkt tot alleen insecten en bloemen. Wellicht is de grote reden waarom macrofotografie zo fascinerend is wel dat de wereld van bloemen en insecten een vreemde wereld voor ons is. Met het blote oog kunnen we natuurlijk wel het een en ander onderscheiden en de schoonheid er van zien. Maar toch blijft er een wereld voor ons verborgen. Maar wij als mensen hebben altijd de neiging om geïntrigeerd te raken en getrokken te worden om die wereld verder te onderzoeken. Wetenschappers hebben hun microscopen, wij fotografen hebben onze camera’s en macrolenzen. Het gaat er om hoe we onze nieuwsgierigheid om kunnen zetten naar kunst. Maar de kleine wereld van bloemen en insecten representeert slechts een fractie van alles om ons heen waar we inspiratie uit kunnen putten. In het dagelijkse leven zijn we gewend aan het zien van dingen als ‘geheel’. Maar wanneer we beter en nauwkeurig kijken, dan realiseren we ons dat er veel meer details zijn die een heel klein onderdeel zijn van ons leven. Heb je (naast fotografie) nog een andere hobby? Modelbouw, munten, koken, of wat dan ook. Wen jezelf aan om de dingen beter te bekijken dan je in eerste instantie doet. Neem de tijd om de onderdelen als geheel te bestuderen. Merk op welke texturen er te zien zijn. Elk hoekje, elke krasje, elk lijntje vertelt een eigen verhaal.Macrofotografie: verder kijken dan je ziet!