Soorten licht
Bij een opname moet vooral rekening worden gehouden met het licht. Behalve de intensiteit zijn een aantal andere kwalificaties bepalend voor het uiteindelijke slagen van de foto.
Lichtkwaliteit
Licht kan zacht zijn, vlak, diffuus, hard, intens, contrastrijk, etc. In een buitensituatie is de kwaliteit van het licht voornamelijk afhankelijk van de zon, maar ook van bijvoorbeeld bewolking, atmosferische omstandigheden en schemering. Op een regenachtige ochtend is het licht heel anders dan op een stralende zomerdag. Je kunt blijven wachten tot de weersomstandigheden naar wens zijn, maar je kunt er ook voor kiezen om het licht te beïnvloeden. Hard licht
Een puntlichtbron als bijvoorbeeld een flitser, een peertje of de zon (vooral midden op de dag) is hard en direct. De diepe schaduwen en felle reflecties maken het onderwerp en de uiteindelijke foto's erg contrastrijk. Er gaan veel details verloren: zowel in de donkere als de lichte partijen. Daarentegen zijn de kleuren erg intens en verzadigd. Soms is het licht zo hard dat het een deel van de foto wegvaagt.
Zacht licht
Zacht licht is afkomstig van grote, diffuse lichtbronnen en verlicht het onderwerp als op een bewolkte dag. Het licht is egaal, dat wil zeggen dat er geen diepe schaduwen zijn of hinderlijke reflecties. De foto's zijn meestal wat 'vlak'. Maar wel met veel detail, iets wat vooral belangrijk is in de fotojournalistiek of bij het maken van een portret. De primaire kleuren zijn helder.
Gefilterd licht
Bij nevel of mist werken de zwevende deeltjes in de lucht als filters die het contrast reduceren en de kleuren een pasteltint geven. Het kan een interessante sfeer aan de foto geven, maar de dichtstbijzijnde elementen zullen door het geringe contrast onscherp zijn.