Nadenken voordat je de foto maakt

Tja, nadenken voordat je de foto maakt. Dat spreekt toch voor zich zou je zeggen. Toch is dat niet zo vanzelfsprekend als het klinkt. Want het kost even moeite en inspanning om dat onder de knie te krijgen. En waarover moet je dan nadenken? Over het licht. Over hoe het gemeten wordt. En welke instellingen je op de camera gebruikt om dat licht te beïnvloeden. Het licht meten. Draait het daar niet om in fotografie? Ik vind van wel. Het beïnvloedt in elk gevoel wel een heel groot deel van je foto. Licht doet vaak meer dan de schoonheid van het onderwerp zelf. En dat zegt wat. Ik denk dat vrijwel elke fotograaf (de enkeling die in de studio een lichtmeter gebruikt daargelaten) voor het meten van het licht volledig vertrouwt op de lichtmeter van de camera. Ofwel de TTL-meting, want het licht wordt door de lens gemeten. Toch zijn er een paar factoren die je toch wel in de gaten moet houden. Waar je niet zomaar blind op kunt vertrouwen. In dit artikel wil ik vier factoren met je bespreken die je goed in de gaten moeten houden wanneer je de lichtmeting van je camera gebruikt. Vrijwel altijd dus.

 


Gelukkig heeft tegenwoordig elke camera de mogelijkheid om handmatig enkele zaken in te stellen. Dingen die je als gebruiken onder controle hebt. En dan bedoel ik specifiek de volgende zaken: Witbalans, Diafragma en Sluitertijd en tot slot het lichtmeetsysteem zelf. Kun je met jouw camera al deze zaken zelf instellen, lees dan vooral verder want dan heeft dit artikel waardevolle informatie voor je. Met deze info kun je de eindfoto al in de camera goed krijgen door vooraf aan de juiste knoppen te zitten. En waarom zou je dat willen? Nou, omdat het meteen goed instellen je achteraf veel tijd scheelt tijdens het nabewerken. Je hoeft veel minder te corrigeren en aan te passen en dat is waar de winst zit. Waarmee ik niet wil zeggen dat nabewerking voorkomen moet worden. Zeker niet! Nabewerking is een essentieel onderdeel binnen de fotografie. Waarbij ik er gemakshalve vanuit ga dat je in RAW fotografeert. Nabewerkingssoftware is de digitale variant van de vroegere donkere kamer. Trek je daarom niks aan van mensen die zeggen dat je foto ‘wel gephotoshopped’ zal zijn. Of iets van die strekking. Laat het gaan en bewerk je foto’s zonder schuldgevoel of enige andere negativiteit.


 

WITBALANS

Laten we het even hebben over het fenomeen witbalans. Elke digitale camera heeft de mogelijkheid om een Automatische Witbalans (AWB) te gebruiken. En in de meeste gevallen werkt dit gewoon perfect. De AWB maakt een schatting van de kleurtemperatuur van het licht en vertaalt dat naar een gemiddelde waarde die prima lijkt te zijn voor dergelijke omstandigheden. Maar een meer precieze, op de omstandigheden afgestemde witbalans blijft toch altijd het ultieme doel. De goede witbalans betekent in feite niet meer of minder dan het goed meten van de kleurtemperatuur van de lichtbron die het onderwerp verlicht. Het licht tijdens zonsopkomst en zonsondergang is veel warmer van kleur dan het licht midden op de dag. Het licht in de schaduw is koeler dan het licht in de direct zon. Lamplicht is warm, terwijl TL-licht een groenige kleurtoon heeft. Dus wat is dan wijsheid? Wat moet je doen? Gelukkig hebben vrijwel alle camera’s voorinstellingen die wat preciezer zijn dan een algemene AWB automaatinstelling. Bekijk je handleiding eens en zoek de voorinstellingen van de witbalans op, zodat je weet welk icoon welke kleurtemperatuur is. Op die manier kun je heel snel schakelen om een bepaalde witbalans in te stellen.

 


Toch wil ik hier een persoonlijke kanttekening in maken. Bovenstaande tekst vertelt je dat je voor elke situatie de juiste witbalans moet zoeken en instellen. Ik heb hiertegen een tweetal praktische bezwaren waarvan ik me afvraag of die opwegen tegen het idee van de juiste witbalans.


  • Wanneer je per situatie de juiste witbalans wilt instellen, betekent dat ook dat je het niet moet vergeten. Anders krijgen je volgende foto’s een foute witbalans.
  • Wanneer je in RAW fotografeert heb je de vrijheid om achteraf in de nabewerking alsnog de witbalans ongestraft aan te passen naar een betere kleurtemperatuur. Dat betekent dat je de automatische witbalans (AWB) gerust zijn gang kunt laten gaan en alleen waar nodig hoeft te corrigeren.

DIAFRAGMA EN SLUITERTIJD

Elke digitale camera geeft je de vrijheid om volledig automatisch (alleen de high end camera’s niet) of volledig handmatig of halfautomatisch te fotograferen. Dat gebeurt dan door of het diafragma of de sluitertijd als variabele te gebruiken. Zelf werk ik meestal halfautomatisch door het diafragma vast te zetten waarbij de camera de juiste sluitertijd berekent. Op die manier krijg ik meteen de gewenste scherptediepte. Leer de sluitertijd en het diafragma te gebruiken voor de juiste gewenste effecten, dat scheelt je veel tijd in het nabewerken van de foto’s.

 


Zo maak ik bij landschappen vaak gebruik van de HDR (High Dynamic Range) techniek. In de A-stand zet ik het gewenste diafragma vast zodat de camera een belichtingstrapje maakt op basis van verschillende sluitertijden. En wanneer ik bijvoorbeeld de panning techniek wil inzetten en wil ‘meetrekken’ met een auto, dan gebruik ik de S-stand (of Tv, afhankelijk van het merk) en zet de gewenste sluitertijd vast. De camera regelt daar zelf een passend diafragma bij, afhankelijk van de lichtomstandigheden. 


 Experimenteer veel, oefen veel, zodat je het gebruik van de halfautomatische standen goed onder de knie hebt.

LICHTMEETMETHODEN

Laten we het nu eens hebben over de manier waarop de camera het licht meet. Want dat kan op verschillende manieren. En vaak hebben die ook nog verschillende uitkomsten. Elke camera heeft een lichtmeting die een soort algemeen gemiddelde geeft. Dat heet matrixmeting (Nikon) of evaluatieve meting (Canon). Bij de wat meer high end camera’s zijn er meerdere lichtmeetmethoden beschikbaar. Met name de centrumgerichte lichtmeting en de spotmeting. Dat zijn bij elkaar wel de drie meest voorkomende lichtmetingen. Spotmeting gebruik ik bijvoorbeeld bij een portretfoto buiten. Dan wil ik dat de lichtmeting met name op het gezicht precies goed is. De achtergrond vind ik dan veel minder belangrijk. Zeker wanneer de achtergrond vrij licht is en de normale lichtmeting wordt gebruikt, dan kan het heel gemakkelijk gebeuren dat het model veel te donker wordt.

 


Bekijk je handleiding en check welke lichtmeetmethoden jouw camera heeft. Leer de bijbehorende icoontjes en test ze ook, zodat je weet waar ze op je camera te vinden zijn en hoe je ze kunt instellen en gebruiken. En ja, nadenken over al deze dingen en ze instellen op de camera kost tijd. De juiste witbalans vinden, welk diafragma ga je gebruiken, welke sluitertijd hoort daarbij, welke lichtmeetmethode past hier het beste…. Dat kan best even lastig zijn. Vervelend ook wel. Maar toch, op de langere termijn heb je hier absoluut voordeel bij. Op den duur leer je dit soort dingen blind in te stellen. Onthoudt dit: de paar minuten die je spendeert om de juiste beslissingen te nemen voordat je de foto maakt zorgen er voor dat je uren besparen tijden het nabewerken later!