Gelijkwaardige Belichting

Het is belangrijk om te weten hoe de elementen ISO-waarde, diafragma en sluitertijd aan elkaar gerelateerd zijn. Ze hebben allen hun eigen unieke deel in het doorlaten van een hoeveelheid licht, zodat de sensor die kan opnemen en verwerken tot een foto op de geheugenkaart. 

En het doel daarbij is om de scene te fotograferen met belichting die gelijkwaardig is aan de ideale of correcte belichting, zodat de uiteindelijke foto ook weergeeft wat je hebt gezien toen je op de ontspanknop drukte. Of op zijn minst, wat jij er van wilt weergeven. Want je eigen inbreng op dit geheel geeft je foto’s een eigen creatieve visie.

De ISO

De ingestelde ISO waarde is de instelling van de gevoeligheid van de sensor voor het licht. Je kunt deze waarde verhogen of verlagen naar gelang de hoeveelheid beschikbaar licht, en hoe je gebruik wilt maken van de diafragma en sluitertijd instellingen. 

Gelijkwaardige Belichting Exposure Gelijkwaardige Belichting Exposure

Diafragma en Sluitertijd

Het diafragma en de sluitertijd zijn in feite de sluitstukken in het belichtingsvraagstuk. Deze twee creëren een balans tussen de hoeveelheid beschikbaar licht buiten de camera en de gevoeligheid van de sensor binnen in de camera. We gebruiken het diafragma en de sluitertijd om verschillende effecten te verkrijgen in de foto, waarbij je steeds de afweging maakt waar nu de nadruk op ligt, bij elke compositie weer opnieuw. Het doel is om een balans te creëren tussen alle factoren.

De ideale hoeveelheid licht

Een gelijkwaardige belichting is een belichting die gebaseerd is op de bepaalde hoeveelheid licht die nodig is voor de ideale of correcte belichting, maar steeds kan variëren tussen verschillende combinaties van diafragma en sluitertijd om zo steeds een ander effect in de foto te krijgen. Onderstaande foto’s zijn gefotografeerd met twee verschillende combinaties qua belichting. 

Een is gefotografeerd op f/6.3 en 0.6 sec. en de andere is gemaakt op f/22 en 30 sec. Dit betekent dat bij beide foto’s vrijwel exact dezelfde hoeveelheid licht is gebruikt. Toch zijn deze foto’s totaal verschillend van karakter. Het kleinere diafragma (f/22) geeft een veel langere sluitertijd en daarmee het melkachtige zijdezachte effect in het water. Het grotere diafragma (f/6.3) had een kortere sluitertijd nodig en 'bevriest' daarmee veel meer het stromende water.


EV, Exposure Value

Laat ik er eens een nieuwe term doorheen gooien… Er is een algemeen gebruikte afkorting voor het werken met licht: EV ofwel Exposure Value, wat staat voor ‘licht hoeveelheid’. EV wordt op veel manieren gebruikt, maar onthoudt dat het altijd te maken heeft met de hoeveelheid licht. Het kan zijn:

de combinatie van diafragma en sluitertijd waarmee een bepaalde belichting wordt verkregen.

Een snelle manier van notatie voor een bepaald lichtniveau, dus hoe licht een scene is, uitgedrukt in diafragma en sluitertijd combinaties op een bepaalde ISO-waarde.

Een verandering in bovengenoemd lichtniveau uitgedrukt in een + of – waarde.

Bij iedere foto die je maakt, maak je ook een beslissing over het effect wat je in de foto legt. Wanneer je werkt met het diafragma kun je spelen met de scherptediepte. Door meer of minder scherptediepte in een foto verandert de relatie tussen voor- en achtergrond. En ook het onderwerp in je foto verandert behoorlijk hiermee. De foto’s hieronder werden gemaakt op f/14 en 1/60e sec. en op f/4 en 1/640e sec. Ook hierbij dus weer exact dezelfde hoeveelheid licht en toch heeft elke foto een totaal ander karakter.


Nog een voorbeeld. Als je de sluitertijd verdubbelt, dus van bv. 1/500e sec. naar 1/250e sec., dan verander je de lichtwaarde met +1 EV. En zo ook wanneer je het diafragma vergroot (en dus een kleinere f-waarde krijgt) van bijv. f/11 naar f/8, verander je de lichtwaarde met +1 EV. Let hier dus op wanneer je een dergelijke notatie ziet! 

Je kunt EV waarden tegenkomen bij belichtingscompensatie en flitskrachtcompensatie. Andere termen die ook vaak gebruikt worden zijn AV (Aperture Value of Diafragma Waarde) en TV (Time Value of Sluitertijd) of S (Shutterspeed of Sluitersnelheid). Laten we al deze termen eens op een hoop gooien en kijken hoe ze met elkaar omgaan.

In de praktijk

Stel dat je op een mooie heldere dag aan het fotograferen bent en je camera is ingesteld op ISO 100. De belichtingsmeter van je camera geeft een lichtwaarde aan van f/8 en 1/125e sec., wat we voor het gemak even EV 12 noemen. Dit is natuurlijk een fictief getal, maar dat snap je natuurlijk al. ;-) 

Je wilt de sluitertijd of het diafragma aanpassen om een ander effect in je foto te krijgen. Je wilt de lichtwaarde niet veranderen. De camera heeft immers uitgelezen wat de correcte lichtwaarde moet zijn. Zo werkt dat: Op EV 12 komt exact dezelfde hoeveelheid licht (de lichtwaarde) door de lens met de combinaties: f/11 en 1/60e sec. of f/16 en 1/30e sec. of f/5.6 en 1/250e sec. of f/4 en 1/500e sec. 

Wanneer je de beslissing maakt om het diafragma aan te passen, bepaal je in feite hoe scherp of onscherp de achtergrond zal zijn. In sommige gevallen wil je de totale achtergrond voldoende scherpte geven om het onderwerp in z’n context te laten. In andere gevallen wil je het onderwerp totaal isoleren van de achtergrond. Of zoek je juist een balans tussen deze twee uitersten. 

 

In deze foto heb ik de beslissing genomen om zowel de voorgrond als de achtergrond scherp weer te geven. Je ziet dan het onderwerp in de context van z’n omgeving. Het gebruikte diafragma was f/18. Wanneer je het diafragma groter maakt heb je een kortere sluitertijd nodig om tot dezelfde belichting te komen. Aan de andere kant, wanneer je de sluitertijd verlengt, moet je een kleiner diafragma gebruiken voor dezelfde lichtwaarde. 

Nu gaan we de ISO-waarde verhogen naar 200. Je ‘krijgt’ door het verhogen van de pixelgevoeligheid een extra stop aan licht van de sensor om te ‘spenderen’ aan diafragma of sluitertijd. De belichting of lichtwaarde van dezelfde scene zoals hierboven gebruikt, EV 12 kan nu als volgt worden bepaald: f/8 en 1/250e sec. of f/11 en 1/125e sec. of f/5.6 en 1/500e sec. 

Kortom, wanneer je de lichtgevoeligheid (ISO) met +1 EV verhoogt, dus verdubbelt, kun je een extra stop verbruiken bij het diafragma of sluitertijd. Dus, als we de ISO op 400 instellen kan de belichtings- of lichtwaarde met deze instellingen verkregen worden: f/8 en 1/500e sec. of f/11 en 1/250e sec. of f/5.6 en 1/1000e sec. 

Het grootste voordeel van de huidige lichtmeetsystemen is dat je zelf niet meer hoeft uit te zoeken welke waarden je moet gebruiken. De camera en de lichtmeter doen dat allemaal voor jou. Wanneer je de ISO-waarde verhoogt zal de camera zelf de correcte waarden bij elkaar zoeken. 

Natuurlijk, als je in de M-stand fotografeert moet je zelf de waarden invullen, maar de lichtmeter is steeds up to date met de nieuw ingestelde ISO-waarde. De mogelijkheid om een gelijkwaardige belichting te verkrijgen met verschillende instellingen (diafragma in combinatie met sluitertijd) betekent dat je de creatieve controle over de afbeelding hebt. 

 

Bij deze foto was de beslissing dat ik de actie van de Konikpaarden wilde vastleggen. Daarvoor had ik een korte sluitertijd (1/1000e sec.) nodig. Gevolg daarvan was een groot diafragma en daardoor een beperkte scherptediepte. 

Bij de foto van het stromende water was de beslissing dat ik een stroom ‘zacht’ water wilde zien. Daar was een langere sluitertijd (30 sec.) voor nodig. In de heldere lichtomstandigheden resulteerde dat in een bijbehorend diafragma van f/22. Uiteraard stond hierbij de camera op een statief.

Waarom moet je dit weten?

Maar waarom zou je je eigenlijk druk maken om deze kennis tot je te nemen? Omdat het erg handig is als je weet hoe je camera werkt en reageert op een verandering van instellingen. Daardoor ben je in staat om een goede beslissing te nemen wanneer je bijvoorbeeld een kortere sluitertijd nodig hebt. Of meer scherptediepte. Of gewoon meer licht. Moet je dan de ISO-waarde verhogen? Of was het nu verlagen? 

Precies, op dat soort vragen heb je dan meteen een antwoord. In het kort: vergelijkbare belichtingen stellen je in staat om creatief om te gaan met het effect en karakter wat je in de foto wilt leggen door gebruik te maken van verschillende combinaties van diafragma en sluitertijd.