Beheers de Gouden Driehoek van Belichting: Diafragma, Sluitertijd en ISO

Wanneer we het hebben over de gouden driehoek van belichting gaat het feitelijk over de drie elementen die deze gouden driehoek bepalen. Simpel gezegd gaat het om deze parameters: diafragma, sluitertijd en ISO. Maar wat zijn nu eigenlijk precies diafragma, sluitertijd en ISO? 

Ik neem je mee in een korte rondreis langs deze meest gebruikte termen in de fotografie.

Diafragma

Iedere (digitale) spiegelreflexcamera, en ook veel high-end compactcamera’s, bieden de mogelijkheid om handmatig of semi-automatisch het diafragma of f-getal aan te passen. Het gaat hierbij dan om de (bekende?) getallenreeks: … f/5.6, f/8, f/11…. 

Je hebt deze nummers vast wel vaker gezien, maar weet je ook wat ze betekenen? Deze getallen staan voor een bepaalde opening, de grootte van het diafragma, van de lens. Deze functie maakt dat je de hoeveelheid licht die door de lens binnenkomt en op de sensor valt kunt variëren. 

Er is één lastig element aan deze reeks. Hoe kleiner het f-getal, hoe groter het diafragma. Hoe groter het f-getal, hoe kleiner het diafragma. Dat moet je gewoon leren. Technisch gezien is het f-getal een breukgetal die aangeeft wat de diameter van het diafragma is. Dus je hebt de focale lengte, de brandpuntsafstand (dat is de ‘f’) gedeeld door (dat is de ‘/’) de stop die je gebruikt (dat is het nummer). Voorbeeld: een 85mm lens ingesteld op f/2.8 heeft een diafragma diameter van 30.36mm. Maak je niet ongerust, deze informatie kun je voor kennisgeving aannemen of vergeten. Maar het kan handig zijn om te weten. :-) 


Hier is wat je wèl moet weten en niet moet vergeten. Elke keer dat je van de ene diafragmawaarde naar de andere gaat wordt dat een stop verschil genoemd. 

Wat er feitelijk gebeurd is dat je het volume aan licht halveert bij een stop omlaag of dat je het volume aan licht verdubbelt bij een stop omhoog. Dus van f/8 naar f/5.6 is een verdubbeling van licht. Dit werkt ook de andere kant uit. Door het diafragma te wijzigen van f/5.6 naar f/8 komt er een half keer zoveel licht op de sensor terecht. 

Dit is van toepassing bij het veranderen van een hele stop. De hedendaagse camera’s hebben ook tussenliggende waarden, vaak in stapjes van 1/3e stop. Het is dus erg belangrijk dat je weet welke f-getallen volledige stops licht zijn. Ik laat ze hieronder zien. 

Doe jezelf een plezier en leer ze van buiten kennen! f/1, f/1.4, f/2, f/2.8, f/4, f/5.6, f/8, f/11, f/16, f/22, f/32, f/45, f/64

Sluitertijd

Zoals de term al aangeeft, het gaat hier over tijd. De sluitertijd bepaalt de lengte van de tijd dat het volume aan licht door de lens komt en de sensor raakt. Sluitertijden worden veelal genoteerd in de vorm van 1/250, 1/500, 1/100 of soms ook alleen de kale nummers: 250, 500, 1000. Ik vind het beter om te denken in getallen als 1/250 omdat we hier praten over fracties van een seconde. Een sluitertijd van 1/250 of 250 is in feite 1/250e deel van een seconde. 

Wat moet je hiervan weten? Net als bij het diafragma geldt ook hier: een wijziging van 1/250 naar 1/500 is een vermindering van de hoeveelheid licht die op de sensor terecht komt met 1 stop. Ook hier geldt weer dat hedendaagse camera’s in staat zijn om te werken in stapjes van 1/3e stop. En dus is het ook hier belangrijk dat je weet welke waarden 1 volle stop weergeven. 

Leer ook deze waarden uit je hoofd! 1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/15, 1/30, 1/60, 1/125, 1/250, 1/500, 1/1000, 1/2000, 1/4000, en sneller voor zover de techniek dat toestaat.

ISO

ISO is een gecompliceerd technisch verhaal. Waar het op neer komt is dat deze waarde de lichtgevoeligheid van de pixels op de sensor weergeeft. Hoe hoger de ISO, hoe hoger de gevoeligheid. Het is belangrijk om te weten hoe je camera reageert op diverse ISO waarden. Want in de film periode betekende een hoge ISO dat er een korrel zichtbaar werd in de foto. In het digitale tijdperk betekent een hoge ISO dat er (digitale) ruis ontstaat. 

De hedendaagse technologie stuwt de maximale ISO steeds verder de hoogte in. De high end spiegelreflexcamera’s zoals de Nikon Z9 en de Canon R5 MK3 gaan al tot een maximale ISO-waarde van ruim 100.000! 

Wat moet je hiervan nu echt weten? Net zoals bij het diafragma en de sluitertijd kan ook de ISO in stops aangepast worden. Een verandering van ISO 200 naar 400 geeft een verdubbeling van de lichtgevoeligheid. De pixels kunnen dan tweemaal zoveel licht opnemen in dezelfde tijd. En ook hier geldt: de hedendaagse camera’s kunnen overweg met stapjes van 1/3e stop. 

Dus… ook deze reeks moet je van buiten kennen! 50, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200, 6400, 12800, 25600 en zo steeds verder naarmate de techniek vordert. 

Dat is nu alles. De gouden driehoek van belichting, bestaande uit diafragma, sluitertijd en ISO in een notendop samengevat! 

Conclusie

De gouden driehoek van belichting – bestaande uit diafragma, sluitertijd en ISO – vormt de basis van elke goed belichte foto. Door te begrijpen hoe deze elementen elkaar beïnvloeden, kun je als fotograaf bewustere keuzes maken en je fotografie naar een hoger niveau tillen. Of je nu een landschapsfoto maakt of een portret schiet, de juiste balans tussen diafragma, sluitertijd en ISO is essentieel voor het creëren van het gewenste effect.