De opbouw van een interessante foto

Als je ergens op een (mooie) locatie bent en je hebt je camera bij je, dan wil je (ik in elk geval wel) graag de situatie ook vastleggen. Voor de herinnering. Om er later thuis nog eens naar te kijken. En het moment nog eens te herbeleven. 

Hoe vaak is het ja dan overkomen dat het thuiskijkgevoel toch heel anders was dan het moment ter plaatse? Hoe vaak lijkt je opname niet meer dan een snapshot waar zoveel mogelijk van de locatie te zien is? Waar heb je anders een groothoek voor? Dat moet je voorkomen. Natuurlijk. Maar hoe? Waar moet je ter plaatse aan denken dan? 

Er wordt gigantisch veel geschreven en gezegd over fotograferen, over de camera, de lenzen, de instellingen, de technische ins en outs, etc. Maar hoe je ter plaatse een aansprekende foto kunt maken, is vaak een grijs gebied. 

Laten we eens kijken hoe je een dagfoto tot een representabele foto kunt maken. Eentje die je later met plezier nog eens terugkijkt. De opbouw van een interessante foto. Hieronder geef ik je een aantal tips waarvan ik denk dat die je foto een stuk beter maken:

Prioriteit geven aan je onderwerp

Weersta de verleiding om alles en iedereen in beeld te brengen. Kies één hoofdonderwerp en laat dat de hoofdrol spelen in de foto. Gaat het om de persoon of om het landschap? Deze twee moeten niet met elkaar concurreren. 

Gaat het om het landschap, zorg er dan voor dat de persoon geen belangrijke elementen blokkeert. Gaat het om de persoon, zorg er dan voor dat die dicht bij de camera is. Zodat je het gezicht kunt zien en dat het landschap als een fraaie achtergrond fungeert. 

Voordat je afdrukt altijd even checken wat er in het kader zit. Snij je niet per ongeluk iets belangrijks af? Zoals de top van een berg, een punt van een dak, het hoofd van een persoon? Neem wat extra ruimte om het onderwerp heen mee in beeld. Dat geeft een natuurlijk kader. Bij twijfel iets meer ruimte nemen. Het is simpeler om later bij te snijden dan er iets bij te Photoshoppen…

Nikon D7100 + Sigma 70-200mm f/2.8 - ISO 200 | 70mm | f/8 | 1/320s


Niet tegen de lichtbron in fotograferen

Want dan krijg je een silhouetfoto (tenzij dit de bedoeling natuurlijk) of het tegenlicht verbleekt de gehele foto. Wil je toch de foto maken en is het tegenlicht niet al te sterk, gebruik dan de (interne) flitser. Hiermee kun je het onderwerp vlak bij je nog net mooi oplichten. Het werkt niet altijd en kan er wat kunstmatig uit zien. Maar niet geschoten is altijd mis! 

Leica T + Vario-Elmar T 18-56mm f/3.5-5.6 - ISO 200 | 25mm | f/13 | 1/160s


Scherpstellen op je onderwerp

Dit lijkt misschien een dooddoener, maar toch gaan veel mensen nog de fout in. Omdat de autofocus net even anders beslist dan jij in gedachten hebt. Of de autofocus zelfs uit staat. Of dat alles op de automaat staat (wat nog vaak gebeurt als men even twijfelt, onzeker is, of snel moet werken!) Controleer dat dus altijd even vooraf, of anders achteraf op je display. Heb je last van bewegingsonscherpte? Pak dan je statief erbij of zoek ondersteuning op een oppervlak.

Experimenteer met diverse standpunten

Mensen zijn gewoontedieren, dus worden er ook veel foto’s gemaakt vanaf ooghoogte. Maar vaak is dat nou net niet heel spannend of verrassend. Breng eens wat variatie aan door een ander standpunt te kiezen. Fotografeer je onderwerp van bovenaf, vanaf de grond of vanaf een zijkant. 

Nikon D5300 + Samyang 8mm f/3.5 - ISO 200 | 8mm | f/5 | 1/2000s


Breng variatie aan met kleur, textuur en licht

Wanneer je onderwerp weinig variatie kent in contrast of één van de eerder genoemde gebieden, dan zal de foto uiteindelijk vlak overkomen. En vooral geen ohhh’s of ahhh’s scoren. Zoek daarom naar variatie. Of neem wat meer in beeld zodat die variatie er wel komt. 

Nikon D5200 + Sigma 105mm f/2.8 - ISO 200 | 105mm | f/3.5 | 1/400s


Zoek naar kaders binnen de omgeving

Probeer elementen te vinden die gebruikt kunnen worden als natuurlijk kader in je foto. Een raam of een deuropening zijn natuurlijk voor de hand liggende items, maar kijk ook even verder. Denk buiten de box. Bijvoorbeeld het wiel van een (brom)fiets gebruiken als kader. Of de ruimte tussen twee elementen (op bruggen bijvoorbeeld). Of een spiegel. 

Nikon D5300 + Sigma 17-50mm f/2.8 - ISO 200 | 50mm | f/6.3 | 1/50s

Persoonlijk denk ik dat het ‘leren zien’ van dingen een heel belangrijk element is in het leren fotograferen. Je ziet daardoor andere mogelijkheden en je blik wordt een stuk flexibeler. Uiteraard weet ik dat regels er zijn om doorbroken te worden. Maar je moet ze dan wel eerst kennen en onder de knie hebben. Mw. Moor Fotografie en ik zeggen het vaak tegen elkaar:

Hoe meer je kijkt, hoe beter je ziet.

En zo is het maar net.