Check deze instellingen voor je fotografeert
Iedere keer wanneer je gaat fotograferen moet je deze instellingen op je camera –vooraf- controleren. Doe je dat niet, dan kom je jezelf gegarandeerd een keer tegen. En dat is helaas meestal op een moment dat het eigenlijk niet kan of mag. En ik spreek uit ervaring...
ISO
Het is zo gemakkelijk om te vergeten dat je de vorige keer tijdens slechtere lichtomstandigheden, of binnenshuis of zo gefotografeerd hebt. En dat je toen even een hogere ISO hebt geprobeerd. Daar is niks mis mee, maar als je dan enkele dagen later een geweldig landschap vastlegt wil je dat graag met een zo laag mogelijke ISO doen.
Sinds ik fotografeer met een spiegelreflex heb ik de regel dat ISO 200 de basis is voor buiten fotograferen. Gelukkig worden de camera’s steeds beter, ook wat betreft de ISO waarden. Met de Nikon durfde ik ISO 400 ook wel aan en nu met mijn huidig Nikon D500 is ISO 800 ook geen probleem.
Onderstaande foto is zelfs (vanwege de invallende avond) op ISO 12800 gemaakt!
Witbalans
Natuurlijk weet ik ook wel dat je bij RAW foto’s de witbalans achteraf nog steeds kunt corrigeren naar elke gewenste waarde, maar dat doet niet iedereen. Voor wie in RAW fotografeert raad ik altijd heel gewoon de AWB, Automatische Witbalans aan. Behalve in de herfst, dan kies ik vaak voor Bewolkt. Maar fotografeer je in JPEG, dan is het wel van belang om steeds de juiste Witbalans te kiezen.
Daglicht voor buitenfotografie, Kunstlicht voor binnenfotografie met lamplicht. In mindere lichtomstandigheden en bij schaduw heeft het licht vaak een wat blauwachtige kleur. Dat is te corrigeren met Witbalans Schaduw. En wist je dat de Witbalans voor flitslicht hetzelfde is al die van daglicht?
Beeldstabilisatie
Ik zie het nog zo vaak fout gaan: beeldstabilisatie blijft aan staan terwijl je op een statief fotografeert. Dat kan niet! Ook al zijn er al intelligente systemen die een statief herkennen… Ik geloof er niet zo in. Better safe than sorry. Natuurlijk is beeldstabilisatie wel een nuttig systeem, dat ontken ik zeker niet.
Wanneer de sluitertijden in de kritische zone terecht komen (grofweg: korter dan 1/brandpuntsafstand) is het nuttig om de beeldstabilisatie aan te zetten. Is dat niet nodig, zet het dan uit, want het vreet batterijen.
Belichtingsprogramma
Verzeker jezelf er van dat de camera is ingesteld op het juiste belichtingsprogramma voor de actuele situatie. Hou er rekening mee dat je in de Diafragmavoorkeuzestand, die bij veel fotografen favoriet is, gemakkelijk terecht komt in een te lange sluitertijd, omdat je je concentreert op de compositie of de scherptediepte. En daar heb je niks aan als je foto uiteindelijk bewegingsonscherpte heeft door een te lange sluitertijd in combinatie met de gebruikte lens.
Autofocuspunten
Wanneer je altijd het centrale focuspunt in het midden gebruikt, wat ik ook altijd aanraad, hoef je dit niet elke keer te checken. Laat het daar gewoon staan, tenzij je vogels in de vlucht fotografeert of andere speciale omstandigheden.
Stof op de sensor
Maak geregeld een beeld van een wit onderwerp of de lucht met een vrij gesloten diafragma (f22 bijvoorbeeld). Bewegingsonscherpte is geen probleem bij deze controlefoto. Check het beeld op het LCD van je camera om te zien of er stofvlekjes te zien zijn. Die zitten dan op de sensor. Gebruik een blower of een Visible Dust kwast om de stofjes te verwijderen die de automatisch stofreiniging van je camera laat zitten.
Let op: de stofje zitten precies gespiegeld op de sensor ten opzichte van de foto! Wil je achteraf de stofvlekjes nog verwijderen: dan kan eenvoudig in Lightroom met de Vlekverwijderaar, check deze video.