Bewust Onscherpte Creëren

Een object fotograferen met een onscherpe achtergrond is één van de effectiefste middelen die je als fotograaf ter beschikking staan. Portretfotografen gebruiken deze techniek erg vaak, omdat dit het onderwerp van de foto heel duidelijk uit de foto laat blijken, waarbij de achtergrond wel aanwezig, maar geen overheersende factor is. Een onscherpe achtergrond verkrijgen, ook wel een ondiepe scherptediepte genoemd, is niet altijd zo eenvoudig als het er uit ziet. Maar hoe moet het dan wel?

Heeft het materiaal invloed?

Het materiaal dat je gebruikt heeft natuurlijk een erg grote invloed. Het gaat niet overal even gemakkelijk mee. Met deze camera’s gaat het meer of minder gemakkelijk (in die volgorde):

  1. Spiegelreflex/systeemcamera met een lens waarmee je ver kunt inzoomen en/of een groot diafragma kunt gebruiken (gemakkelijkst!)
  2. Spiegelreflex/systeemcamera met een standaard (kit) lens (moeilijker)
  3. Four Thirds en Micro Four Thirds camera’s (moeilijker)
  4. Compactcameras (moeilijk om een onscherpe achtergrond te krijgen, maar niet onmogelijk)

Hoe kun je dit effect nu oefenen? Het is niet zo heel moeilijk, maar je moet het vooral leren door te DOEN. Kies een object, ongeveer ter grootte van een ananas (bijvoorbeeld), en plaats dat voor een achtergrond die op z’n minst 15 meter daarachter ligt. Kies je achtergrond wel met zorg. Bijvoorbeeld niet de lucht, want die heeft zo weinig detail dat het vaak erg moeilijk is te zien of deze achtergrond onscherp wordt. Doe je dit binnen, kies dan geen effen muur, want daarmee heb je hetzelfde probleem. Kies een achtergrond met voldoende detail erin, zodat je goed kunt beoordelen of de achtergrond wel of niet onscherp is geworden.

Deze items bepalen de onscherpte

  1. Kies een groot diafragma (laag f-getal). Gebruik je een spiegelreflexcamera, kies dan voor de diafragmavoorkeuzestand (A of Av) en kies een diafragma van f/4 of lager. Gebruik je een compactcamera, kies dan voor de ‘Portret’-stand, die vaak kiest voor een groot diafragma.
  2. Zoom in zover als mogelijk is. Hoe graag ik zou willen roepen dat scherptediepte alleen maar door het diafragma geregeld wordt, de werkelijkheid is net even anders. Hoe verder je inzoomt, hoe gemakkelijker de achtergrond onscherp wordt. Helemaal uitgezoomd zal het gewoon een stukje lastiger zijn om dit effect te bereiken.
  3. Benader je onderwerp zo dicht mogelijk en houdt de achtergrond zover mogelijk van het onderwerp vandaan.

Deze items kun je naar eigen inzicht (en naar wat de mogelijkheden ter plekke zijn) combineren. Soms kun je ze allemaal gebruiken, soms slechts eentje. Hoe vaker je dit geoefend hebt, hoe gemakkelijker en natuurlijker je van deze regels gebruik kunt maken. Op een gegeven moment hoef je er niet meer over na te denken en kun je het onbewust al gebruiken.

Een bijkomend aspect om te overwegen is het type lens dat je gebruikt. Prime lenzen, die een vast brandpunt hebben, zijn vaak beter geschikt voor het creëren van een mooie onscherpe achtergrond (bokeh) dan zoomlenzen. Dit komt doordat prime lenzen meestal grotere diafragma’s hebben. Experimenteer ook met verschillende brandpuntsafstanden; een 85mm of een 50mm lens met een groot diafragma kan fantastische resultaten opleveren. Tot slot, let op de afstand tussen je onderwerp en de achtergrond. Hoe verder de achtergrond van je onderwerp verwijderd is, hoe onscherper deze zal worden. Oefen deze technieken in verschillende omgevingen en met verschillende objecten om te zien hoe je het beste resultaat kunt behalen.

Wanneer kun je onscherpte het best gebruiken

  1. Portretfotografie: Bij portretfotografie wordt vaak een onscherpe achtergrond gebruikt om de aandacht volledig op het model te richten. Dit zorgt ervoor dat de uitdrukking en details van het gezicht beter tot hun recht komen, terwijl de achtergrond niet afleidt.
  2. Natuurfotografie: In natuurfotografie kan een onscherpe achtergrond helpen om een bloem, insect of ander natuuronderwerp te isoleren van een rommelige achtergrond. Dit maakt het onderwerp prominenter en de foto visueel aantrekkelijker.
  3. Stadsgezichten en straatfotografie: Door een ondiepe scherptediepte te gebruiken in stadsgezichten of straatfotografie, kan de fotograaf een onderwerp zoals een persoon of een interessant object in een drukke omgeving benadrukken, terwijl de achtergrond onscherp blijft en de foto een dynamische sfeer behoudt.
  4. Macrofotografie: In macrofotografie, waar kleine objecten zoals insecten of bloemen van dichtbij worden gefotografeerd, zorgt een onscherpe achtergrond ervoor dat het kleine onderwerp groot en indrukwekkend lijkt, terwijl storende details in de achtergrond worden geëlimineerd.

Hieronder zie je enkele voorbeelden die laten zien hoe een onscherpe achtergrond de kwaliteit van een foto kan verbeteren door het onderwerp te accentueren en visuele ruis te verminderen.