Betere foto's zonder ingewikkeld te doen
Over fotograferen wordt maar al te vaak ingewikkeld gedaan. En zo kan het ook lijken, wanneer je nog aan het begin van je fotografische ontwikkeling staat. Zoveel mogelijkheden, zoveel keuzes, zoveel knopjes, zoveel programma’s…. Het houdt niet op. En dan heb ik het nog niet over de 500 pagina’s dikke handleiding die door een techneut uit de fabriek geschreven lijkt.
Eigenlijk snap ik dan heel goed wanneer je als beginnend fotograaf nog maar al te gemakkelijk uitwijkt naar de automatische stand. Want dat geeft enige zekerheid. En het voelt gewoon veilig. Herken jij je daarin?
En hoewel ik het toejuich dat je jezelf gaat verdiepen in de wereld van diafragma, sluitertijd en ISO, zijn er gelukkig nog meer manieren om mooie foto’s te maken. Ja, zelfs bij het gebruik van de automatische stand!
Uit eigen ervaring weet ik hoe taai het kan zijn om dingen als diafragma en lichtstops te doorgronden. Je staat vaak op het punt om maar op te geven. Zeker als je foto’s ook al niet zo best zijn. Wat is dan de beste motivator? Juist. Betere foto’s. Die geven je dan een extra stukje zelfvertrouwen. Precies wat je nodig hebt om toch verder te leren.
Hieronder geef ik je enkele tips waarmee jij al direct een stuk betere foto’s gaat maken. En het mooie is: allemaal niet technisch en niet ingewikkeld!
Kies het beste licht
Je hebt vast weleens hier of daar gehoord of gelezen dat je het beste licht kunt vinden in de vroege ochtend en de late avond. Rondom zonsopkomst en zonsondergang. Precies wanneer de zon laag aan de horizon staat. Het licht is dan prachtig zacht, warm en kleurrijk. Daarom alleen al een goede regel om altijd te volgen. Daarnaast voorkom je dat je gehinderd wordt door fel zonlicht en sterke contrasten die overdag vaak aanwezig zijn.
Voor sommige onderwerpen geldt dat een bewolkte dag net zo goed werkt. Bijvoorbeeld bij macrofotografie en wanneer je in het bos fotografeert. Het grote wolkendek verzacht het licht als een enorme softbox waardoor pieken in de hooglichten en grote contrasten worden voorkomen.
Compositie
Bij het geven van feedback op foto’s (wat ik dagelijks doe in onze Fotografie Praktijkschool) kom ik nog geregeld foto’s tegen waarbij de belichting wel goed zit maar de compositie de foto uiteindelijk saai maakt. Dat is jammer. Vaak is het niet meer dan wat dichterbij of verder weg van je onderwerp om net dat stukje meer impact te maken. Net zoals een hoger of lager standpunt dan ooghoogte (wat we al zo gewend zijn om te zien) het beeld veel meer kracht geeft.
Zonsopkomst en zonsondergang
De klassieke zonsondergang. Wie houdt er niet van? Natuurlijk zijn de gekleurde wolken van groot belang, maar je kunt de foto nog veel beter maken door te zorgen dat er ook een interessant onderwerp in de voorgrond aanwezig is. Het wondermiddel is er voor te zorgen dat er iets herkenbaars aanwezig is wat afsteekt tegen de lucht.
Denk daarbij heel simpel aan een molen of een boom. Het onderwerp hoeft de foto niet te domineren, het hoeft alleen maar aanwezig te zijn. De lucht blijft het dominante deel van de foto. In de meeste gevallen zal er een prachtig silhouet ontstaan.
De zonsondergang is het meest populair, omdat die gemakkelijk te fotograferen is. Wil je net iets meer, dan kies je eens voor een zonsopkomst. Afhankelijk van de tijd moet je hier wat vroeger voor je bed uit. Het voordeel is wel dat de lucht dan nog veel schoner en helderder is. En er zijn niet zoveel mensen die in de weg kunnen lopen.
Dieren en mensen
Wil je portretachtige foto’s maken van mensen of dieren dan heb je vaak last van een achtergrond die voor afleiding zorgt. En dat is iets wat je juist niet wilt. De aandacht in je foto moet uitgaan naar het onderwerp, of dat nou mens of dier is.
Gelukkig zijn daar wat handigheidjes voor. Ten eerste gebruik je het best een lens waarmee je wat verder kunt inzoomen. Of een telelens. Ten tweede maak je de afstand tussen jou en je onderwerp niet te groot. En ten derde, als dat mogelijk is, zorg je voor de nodig afstand tussen je onderwerp en de achtergrond.
Het eerste isoleert je onderwerp wat meer waardoor er minder achtergrond in beeld komt. Het tweede en derde zorgen voor een kleinere scherptediepte waardoor de achtergrond veel minder scherp is dan je onderwerp.
Concentratie
Slow down…. Rust krijgen tijdens het fotograferen. Dat is ook zo belangrijk. Een veelgestelde vraag aan mij is dan ook “hoe kan ik mijn camera instellen dat ik paraat ben bij onverwachte fotomomenten?”. Je wilt op elk moment elke foto kunnen maken. Dat werkt niet. Dat wordt middelmatig.
Beter is het om aandacht en concentratie te leggen in waar je mee bezig bent. De foto die je wilt maken. Daarom is een statief zo’n goed hulpmiddel. Het vertraagt je en dwingt je daarmee rustiger te doen en meer te kijken en na te denken. Dat resulteert in betere foto’s!
Waar kun je dan naar kijken en waar moet je over nadenken? Simpele dingen, die zo gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Denk aan bomen of elektriciteitsmasten die uit iemands hoofd groeien. Zoek een andere positie. Rommel op de grond. Ruim het op uit beeld. Een vliegtuig in de lucht of minder mooie wolken. Wacht tot ze voorbij zijn. Boomtakken die bewegen in de wind. Wacht tot de wind even wegvalt. Al deze dingen gaan je foto maken of breken. Ze maken het verschil tussen een bewust gemaakte foto en een snel kiekje. Terwijl de oplossing vaak zo simpel is. Goed kijken en wat geduld, dat heb je nodig.
Conclusie
Je bent het vast met me eens dat dit geen moeilijke fotografietips zijn. En heel technisch zijn ze ook niet. Maar wel nuttig. En daarbij is de laatste wel de belangrijkste vind ik. Vertraag en concentreer je op waar je mee bezig bent, want je wilt maken.
Nog een laatste gouden regel: leren doe je door te DOEN!
Ga er geregeld op uit en maak foto’s. Je leert meer door je eigen ervaring dan door veel te lezen. Een foto meer maken kost je niks extra. Met het nodige geduld en aandacht voor details ga jij absoluut betere foto’s maken.