De Basis van Belichting: F-Stops

Ik heb het idee dat voor veel mensen, met name de fotografen onder ons die nog maar kort met een spiegelreflexcamera fotograferen, of die beginnen te experimenteren, de zogenaamde f/stops of f/getal vreselijk saai en ingewikkeld zijn! Daarom zal ik deze post zo kort en eenvoudig mogelijk houden, zodat deze materie toch begrijpelijker wordt. 

Een f/stop is de diafragma instelling, ofwel de grootte van de diafragma opening die we willen hebben wanneer we op de ontspanknop drukken. 

In vergelijking met de sluitertijd die betrekking heeft op hoe lange tijd het licht op de sensor valt, heeft de f/stop (of diafragma) betrekking op de hoeveelheid licht die op de camerasensor valt. 

Dit zijn zo'n beetje de standaard diafragmawaarden: f/1.4, f/2, f/2.8, f/4, f/5.6, f/8, f/11, f/16 en f/22 - gewoonlijk is het zo dat hoe duurder het objectief is, hoe groter het maximale diafragma (f/stop) is. 

Een handige manier om te begrijpen wat een f/stop doet is om het te vergelijken met de oogpupil. Wanneer je in een goed belichte omgeving bent (bijvoorbeeld buiten op een zonnige dag) dan zijn je pupillen erg klein om te voorkomen dat er teveel licht binnen komt. Wanneer je nu in een donkere plaats bent dan zijn ze juist weer erg groot om maar zoveel mogelijk licht binnen te laten. 

Laten we eens een kijkje nemen op onderstaand diagram: 

 


Je ziet hier dat de opening bij een diafragma van f/16 kleiner is dan bij een waarde van f/11, die weer kleiner is dan bij f/8 enzovoorts. Er zijn een aantal zaken waar je rekening mee moet houden:

  • Hoe hoger het f-getal, hoe kleiner de diafragma opening.
  • Hoe kleiner de diafragma opening, hoe minder licht erdoor naar binnen kan.
  • Elke sprong naar de volgende f/stop of diafragmawaarde betekent een halvering van de hoeveelheid licht. Zo geeft f/11 maar de helft van de hoeveelheid licht die f/8 geeft.

Nou , ik hoop dat dit verhaal het niet nog verwarrender voor je heeft gemaakt! Mocht je nog vragen hebben, stel ze dan gerust.