11 Tips voor de mooiste nachtfoto's

Ken je dit scenario: dat je ’s avonds in het donker buiten loopt en de prachtige sterrenhemel ziet, of de stad met al zijn lichtjes in de gebouwen en je denkt: woooww…. En daarbij denk je meteen ook: dit wil ik vastleggen! De volgende gelegenheid neem je de camera mee en gaat enthousiast aan de slag met het vastleggen hiervan. 

Om er later achter komen dat er eigenlijk alleen maar foto’s uit komen rollen die alleen maar wat lichtjes laten zien, of hooguit een enkele ster. Foto’s die bewogen zijn. Of veel te donker. Foto’s maken in het donker, nachtfotografie zoals dat heet, is net even wat minder eenvoudig dan een foto overdag maken. Maar gelukkig is het niet onmogelijk. 

Met de volgende serie tips help ik je op weg zodat ook jij thuis kunt komen met de mooiste nachtfoto’s.

Fotografeer in de M-stand

Vertrouw me maar als ik zeg dat de M-stand de enige juiste stand is om in de fotograferen wanneer het donker is. In de M-stand heb jij zelf de volledige controle over diafragma, sluitertijd en ISO. 

Het ISO getal zegt iets over de gevoeligheid van de sensor voor het licht. Dit betekent dat de camera tweemaal zoveel licht opneemt bij ISO 800 als bij ISO 400. Daarmee lijkt het heel simpel. Wil je in de nacht fotograferen? Zet dan gewoon de ISO heel hoog, bijvoorbeeld op 3200 of 6400. Klopt dat? Nee, helaas niet. Omdat een hogere ISO een bijwerking heeft. In de vorm van ruis. En geloof me, dat wil je eigenlijk niet zien in je foto’s. 

De sluitertijd is de tijd die het licht door de lens op de sensor terecht komt. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht er op de sensor komt. De notatie op de camera is vaak een heel getal, zoals bijvoorbeeld 100 of 1600. Feitelijk staat er: 1/100s of 1/1600s. En dat betekent hoe hoger het getal hoe korter de sluitertijd. 

Het diafragma, ook wel het f-getal genoemd, laat zien hoe groot de lensopening is. Hoe groter de lensopening, hoe meer licht er door de lens kan in een bepaalde tijd. Hoe ver het diafragma open of dicht kan verschilt per lens. Altijd geldt: hoe verder het diafragma open kan, hoe duurder de lens is. Er is voor nachtfotografie niet één bepaalde ideale instelling of combinatie van deze 3 factoren. Durf te experimenteren! 

Nikon D50 + Sigma 18-50mm f/3.5-5.6 - ISO 400 | 26mm | f/11 | 10s

Gebruik het statief zodat de camera stabiel staat

Het liefst ook nog in combinatie met een (draad) afstandsbediening, hoewel je ook gebruik kunt maken van de timer. Maar een afstandsbediening werkt gewoon veel eenvoudiger. Daarnaast geeft het werken op een statief je veel meer rust om een juiste compositie te bepalen. Of te wachten tot voorbijgangers uit de weg zijn. In de nacht zijn de sluitertijden nu eenmaal te lang om uit de hand te fotograferen, dus stap over je weerstand en neem het statief mee.

Zet alle stabilisatiefuncties uit

Wanneer je het statief gebruikt. Maar ik zei toch al: in de nacht is het statief onmisbaar. Doe je dat niet dan zal de stabilisatiefunctie gaan zoeken naar beweging waardoor je toch nog onscherpte in je beelden krijgt. En dat is wat je niet wilt. Natuurlijk niet vergeten om na afloop de functies weer aan te zetten. 

Nikon D300 + Sigma 18-50mm f/3.5-5.6 - ISO 200 | 50mm | f/22 | 20s

Varieer met de ISO en/of Sluitertijd tot de foto goed is

Vind je de gemaakte foto te donker? Dan kun je kiezen om de ISO te verlagen en/of de sluitertijd te verlengen. Hangt af van de omstandigheden. Wanneer de ISO al laag staat, dan kies je voor de sluitertijd om die aan te passen. Zie je beweging je de foto die je niet wilt, dan kies je voor de sluitertijd om die te verkorten. Je ziet, er valt best wat te combineren. Het helpt wel enorm wanneer je de belichtingsdriehoek kent.

Autofocus of beter manueel scherpstellen?

Het is donker en daarmee is er vaak weinig contrast. De ene camera is er beter mee dan de andere, maar in het algemeen ligt het gebruik van autofocus in het donker wat lastiger. Check daarom regelmatig of de scherpte goed is. Je kunt dan beter focussen op een helder verlicht onderdeel, zoals een lantaarnpaal. Of overschakelen op manueel scherpstellen, eventueel in combinatie met Live View. 

Nikon D50 + Sigma 18-50mm f/3.5-5.6 - ISO 200 | 18mm | f/16 | 15s

Gebruik een flitser om een onderwerp uit te lichten

Vaak fotografeer je tijdens de nacht een cityscape of de sterrenhemel. Maar je kunt ook een onderwerp vastleggen, zoals een model, een gebouw of een boom. Denk dan eens aan het gebruik van een reportageflitser. Wanneer je die op afstand kunt aansturen komen er ineens legio mogelijkheden bij. Laat je creativiteit een gaan!

Integreer beweging in je foto’s

Beweging in je beeld geeft extra dramatiek. Denk daarbij aan rijdende voertuigen die verlicht zijn, een draaimolen op de kermis of de sterren aan de hemel. 

Nikon D50 + 18-50mm f/3.5-5.6 - ISO 200 | 50mm | f/22 | 30s

Plan vooraf wat voor foto je wilt maken

Een goede foto maak je niet zomaar. Daar gaat (op een uitzondering na) een stuk planning aan vooraf. Bijvoorbeeld een cityscape met de verlichte gebouwen maak je het best wanneer het nog niet inktzwart donker is, maar mee in het blauwe uur. Wanneer is dat? En een sterrenhemel leg je het mooist vast wanneer er geen maan is. Dan zie je namelijk de meeste sterren verschijnen. 

Maar wanneer is dat? Met een app als Photopills (aanrader!) of TPE (The Photographers Ephemeris die trouwens ook een goede desktopfunctie heeft) kun je vooraf en vanuit je luie stoel al bekijken wanneer de juiste condities aanwezig zijn. 


Kijk uit voor overbelichting

Het is nacht, het is donker, er is weinig licht. Zorgt er dan ook voor dat de foto niet lijkt alsof die overdag bij ruim voldoende licht gemaakt is. Het mag er als een nachtfoto uitzien. Compleet met (hele) donkere delen in de foto. 


Kijk uit voor onderbelichting

Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig, gezien de vorige tip, maar het is een veel voorkomende misser. Je maakt de foto, kijkt op het LCD en alles ziet er helder verlicht uit. Prima toch? Tot je thuiskomt en blijkt dat je totaal onderbelichte foto’s hebt gemaakt. Oorzaak? De helderheid van het LCD scherm. 

Die staat zo ingesteld dat je overdag prima een foto kunt bekijken. Maar voor donkere omstandigheden staat die dan veel te fel/helder ingesteld. Stel de helder in op het laagste niveau om deze misser te voorkomen. 

Nikon D300 + Sigma 18-50mm f/3.5-5.6 - ISO 200 | 18mm | f/22 | 30s

Check het histogram

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: het histogram is je grootste vriend! Weet je niet of je instellingen goed zijn? Of een foto misschien overbelicht of juist onderbelicht is? Controleer dan het histogram. En zorg er voor dat het histogram de linkerzijde en/of de rechterzijde niet echt raakt. Want dan heb je geen zwarte of witte delen in de foto. Dat geeft ruimte voor een eventuele nabewerking.

Conclusie

Met deze tips op zak ben je al een heel eind op weg om goede nachtfoto’s te maken. Maar met deze tips ben je er natuurlijk nog niet. Je moet er op uit, je moet het nu gaan DOEN! 

Dan pas ga je het leren en onder de knie krijgen. In onze Fotografie Praktijkschool werken we met maandthema’s. Het thema van één van deze maanden was “nachtfotografie: de sterrenhemel”. Daarin nemen we je mee in het hele proces, wat je nodig hebt, welke instellingen je kunt gebruiken, welke locatie, etc. En daarna ga je ZELF aan de slag. De foto’s die je dan maakt kun je laten voorzien van feedback. Dat is een traject waarbij je echt leert om fotografie onder de knie te krijgen. 

Zo gaat dat elke maand, met steeds een ander thema. Meedoen kan altijd, meld je hier aan: https://fotografiepraktijkschool.nl